Escape Room Gelderland

Het leukste horror dagje uit!

Lees het tragische verhaal hieronder

Het tragische verhaal achter Escape Room Gelderland

In 1928 overleed jonkvrouw Anna Maria Singendonck in de bossen van Velp. Zij was de laatste nazaat van een adellijke familie, wier stamboom wortels had met Gelderse regenten en vertakkingen naar de Nederlandse regering. Uit verhalen van buren en omwonenden bleek dat zij hoogbegaafd was, maar daar kon ze in haar tijd weinig mee doen. Mannen die in haar jonge jaren voor haar vielen, werden overvleugeld en bleven nooit lang in haar leven. Hyperintelligentie en waanzin liggen dichtbij elkaar. Ze bracht dan ook enige jaren door in het Krankzinnigengesticht van Nijmegen. Ze leed aan waandenkbeelden en depressies, als gevolg van de hoge kindersterfte in haar familie en de jarenlange onderdrukking door haar oudere halfzussen. Haar laatste jaren leefde ze eenzaam en op de rand van waanzin op haar landgoed.

Anna Maria overleed berooid en kinderloos. Zo dacht men. Toen het vervallen landhuis van de familie een jaar na haar dood werd afgebroken is een kelder ontdekt. Daarin was een tweeling opgesloten en gestorven. Uit gevonden geschriften leken dit een zoon en dochter van Anna Maria en recent DNA-onderzoek heeft bevestigd dat de lijken inderdaad Singendonck-telgen waren. In een dagboek is door de zoon tot zeventien dagen na de dood van Anna Maria geschreven. Zijn zus overleed drie dagen eerder.
Het dagboek is grotendeels door vocht aangetast. De nog leesbare delen beschrijven een zoektocht naar oplossingen van raadsels. De ruimte was afgesloten, maar Anna Maria had een ontsnappingsmogelijkheid ingebouwd voor het geval er iets met haar zou gebeuren. De kinderen hebben echter de oplossingen naar de uitgang niet kunnen ontcijferen en zijn door honger en uitputting overleden.
De inrichting van de kelder is inclusief de raadselachtige aanwijzingen bewaard gebleven. In een loods in Bemmel is de kelder minutieus nagebouwd. Sommige originele elementen worden vanwege hun historische waarde in een kluis bewaard. Daarvan zijn replica’s gemaakt, maar de meeste raadsels, puzzels en sloten hebben de tand des tijds doorstaan en functioneren nog als een eeuw geleden.
EscapeRoom Gelderland biedt jou de kans om hetzelfde te ervaren als de onfortuinlijke tweeling. Het is nog slechts weinigen gelukt om de reeks van oplossingen te vinden die tot de sleutel van bevrijding leiden. Als jij een kind van Anna Maria was geweest, had jij dan wel kunnen ontsnappen? Kun jij alle raadsels en aanwijzingen van de intelligente maar verwarde jonkvrouw oplossen en de uitgang vinden? Ga de uitdaging aan! Kom jij eruit?

 

Van adellijke komaf, familie vol kindersterfte

Anna Maria Singendonck was van goede komaf van haar vaders kant: haar voorouders waren regenten, officieren en notabelen, onder wie twee Nijmeegse burgemeesters. De eerste van hen, betovergrootvader Matthias Lambertus, verwierf in 1724 het kasteel ‘De Heerlijckheid Dieden’, bij Oss (toen Gelderland), dat tot de Franse bezetting in 1795 familiebezit bleef. De tweede, grootvader Johan Matthias, werd in 1823 in de adelstand verheven, waardoor Anna Maria de titel Jonkvrouw droeg. De Nijmeegse Singendonckstraat is naar hem vernoemd.
Haar vader Johan Anne kwam uit een gezin van 16 kinderen van wie er slechts negen de overlevering haalden. De rest stierf waarschijnlijk jong. Dat gebeurde ook met de helft van zijn eigen kinderen. Van de acht kinderen uit zijn eerste huwelijk met Digna Bisdom, eveneens uit een familie met aanzien, werden er twee dood geboren en haalden er twee hun eerste verjaardag niet. Eén halfbroertje, Henri (inzet grafsteen, gemeente Dieden), werd slechts tien jaar oud. Na de vroege dood van zijn vrouw in 1848 hertrouwde Johan met Martha Scholten. Van haar afkomst is weinig bekend. In 1853 is Anna Maria geboren, en op haar zevende kreeg ze een broertje dat bij de geboorte overleed.
Uit het eerste gezin waren drie veel oudere halfzussen over: Maria, Emma en Henriëtte. Zij keurden het huwelijk van hun vader af vanwege de geringe afkomst van zijn tweede vrouw en accepteerden ook Anna Maria niet als een volwaardig familielid. In het gezin werd zij veelal genegeerd.
Dat leidde bij Anna Maria tot een drang om zich te bewijzen. Ze was intelligent en ambitieus. Ze verslond de familiebibliotheek en bekwaamde zich in alchemie (scheikunde) en literatuur, alleen om haar halfzussen af te troeven. Na de dood van haar vader in 1893 was er geen contact meer met haar familie en vereenzaamde Anna Maria op het landgoed dat haar vader aan haar had nagelaten. De halfzussen hebben nog enkele jaren geprobeerd om het testament van hun vader nietig te laten verklaren en medezeggenschap over het landgoed te verkrijgen, maar dat is niet gelukt. Ze overleden kort na elkaar tussen 1905 en 1907.
De hoge kindersterfte bij haar halfbroers en -zussen, haar doodgeboren broertje en de verwaarlozing door haar zussen hebben onuitwisbare trauma’s bij Anna Maria veroorzaakt, zoals later bleek uit notities van artsen in het Cellebroederenhuys. Waarschijnlijk wilde ze haar eigen kinderen beschermen tegen invloeden van buitenaf en tegen een vroege dood. De levenslange opsluiting was door Anna Maria bedoeld als een daad van moederliefde, maar zoals we nu weten pakten haar goede bedoelingen averechts uit.